Puslapio vaizdai
PDF
„ePub“

Hierbij komt, dat de druk van groote partituren, bepaaldelijk van opera's, met groote kosten gepaard gaat; de uitgever moet dus trachten door middel van arrangementen zijn kosten goed te maken. Dientengevolge zou het hem groot nadeel berokkenen, wanneer het recht op die arrangementen niet beschermd werd.

In hoeverre is het gebruik van litteraire produkten ter muzikale compositie geoorloofd ?

Wij zagen, dat de componist binnen zekere grenzen een recht heeft op den bij zijn muziekstuk behoorenden tekst. Door die grenzen te overschrijden maakt hij inbreuk op het recht van den schrijver. Zoo is hem verboden:

1o. een nog niet openbaargemaakten tekst te componeeren en uit te geven zonder goedvinden van den dichter; 2o. het afdrukken van den tekst tegelijk met de muziek, wanneer iets anders overeengekomen is;

30. het afdrukken van den tekst zonder muziek, buiten toestemming van den dichter;

4o. de verbinding van den tekst van een ander met de muziek van een ander.

Van zijn kant zou de tekstvervaardiger zich door de openbaarmaking van de muziek met of zonder tekst, aan nadruk schuldig maken.

Componeert men een reeds door een ander componist op muziek gezet gedicht, wanneer de vervaardiger van den tekst of zijn rechtverkrijgende zich het uitsluitend recht tot compositie heeft voorbehouden, dan is dat een inbreuk op het auteursrecht.

Mag men een drama, een roman, een novelle voor opera of cantate inrichten?

Ongetwijfeld. Door dergelijke bewerking ontstaat een werk dat op geheel ander gebied ligt dan het oorspron

kelijke werk. Richt men een drama tot operatekst in, dan worden lyrische momenten op den voorgrond geplaatst, abstracte bespiegelingen en uitvoerige beschrijvingen uitgelaten, de handeling werdt meer gedrongen, en door het op muziek zetten van de operatekst ontstaat een werk dat vóór alles een muziekstuk genoemd wordt, al beginnen ook in onze dagen sommige kunstenaars tot de overtuiging te komen, dat een opera vóór alles een drama behoort te zijn.

Groot nadeel ontstaat voor den schrijver van het oorspronkelijk drama door dergelijk gebruik maken van zijn tekst niet. De door de heeren CARRÉ en BARBIER bewerkte en door GOUNOD op muziek gezette Faust heeft geen schade toegebracht aan het debiet van GOETHE's drama van dien naam. Evenmin zal SHAKESPEARE'S Hamlet minder gelezen worden, omdat de heer THOMAS er een opera van gemaakt heeft. Ook de roman Wilhelm Meisters Lehrjare zal niet minder verkocht worden na het verschijnen van de opera Mignon van THOMAS. De opera's Faust, Hamlet, Mignon zijn geheel andere producten dan de drama's Faust, Hamlet en de roman Wilhelm Meister; zij hebben dan ook een geheel ander publiek.

Dergelijke overbrenging van het eene kunstgebied naar het andere kan men niet verbieden. De beeldhouwer mag figuren uit een dichtstuk tot eene plastische groep vormen, de schilder mag scènes uit drama of opera tot eene schilderij maken, waarom zou ook de componist niet zijn gedachten aan andere kunsten mogen ontleenen ?

Men ga eens na, tot hoeveel schoone werken Faust van GOETHE aanleiding heeft gegeven. Van de beeldende kunstenaars, die dit drama geheel of gedeeltelijk reproduceerden, noem ik slechts: CORNELIUS, ARY SCHEFFER,

[ocr errors]

KAULBACH en PIXIS; van de dichters: LENAU, CHAMISSO, HEINE en, zoo men wil, ook BYRON, wiens Manfred blijkbaar onder den indruk van Faust geschreven werd. De muziek bleef bij de andere kunsten niet achter. Ouverture, symphonie, cantate en opera zijn de vormen, waarin WAGNER, LISZT, SCHUMANN, BERLIOZ, SPOHR, RUBINSTEIN, GOUNOD e. a. GOETHES gedicht ofschoon meestal enkele stukken daaruit componeerden. BEETHOVEN heeft Faust wel is waar niet op muziek gezet, doch de verwantschap van zijne muziek met den geest van het gedicht is zoo groot, dat RICHARD WAGNER een programma voor BEETHOVEN'S negende symphonie geheel uit plaatsen van Faust samenstelde. Wat de prins RADZIWILL, LINDPAINTNER en PIERSON VOOR GOETHE'S tragedie deden, bepaalde zich tot het in-muziek-brengen van de lyrische en melodramatische toestanden, die er in voorkomen, m. a. w. tot het vervaardigen van een zoogenaamde theatermuziek.

Men ziet dus welk een schat van goede werken men zou moeten missen, indien het den kunstenaars niet vergund ware, een werk van een ander kunstgebied op het hunne over te brengen.

In Frankrijk is men in dit opzicht te streng. Zoo zegt ETIENNE BLANC 1): Il y a représentation illicite et contrefaçon littéraire à transformer en opéra un vaudeville ou un drame." En verder 2): » Cependant s'il arrivait que l'auteur qui arrange un roman pour la scéne reproduisit littéralement des parties notables de l'ouvrage où il a puisé son sujet, alors il rentrerait dans les conditions. de la contrefaçon ou de la représentation illicite."

1) Traité de la contrefaçon, p. 232.

2) t. a. p. p. 333.

TWEEDE HOOFDSTUK.

HET UITSLUITEND RECHT VAN DEN COMPONIST OF ZIJN RECHTVERKRIJGENDEN OP DE UITVOERING VAN MUZIEKSTUKKEN.

Behalve door den druk, kan de componist ook door de uitvoering voordeel van zijn werk trekken; ook dit is een, vooraf in zijn berekeningen opgenomen, vrucht van den arbeid des auteurs en moet derhalve beschermd worden.

De componist, en evenzoo de tooneelschrijver, heeft er belang bij, dat zijn werk niet door onbevoegden ten gehoore worde gebracht; want daardoor zou het voordeel dat hij, voornamelijk van de eerste uitvoeringen van het werk, in den vorm van honorarium of tantième trekt, verloren kunnen gaan.

Voorwerp van het recht van uitvoering kunnen zijn muziekstukken van allerlei soort, en op den omvang komt het niet aan. Men dient echter in het oog te houden, dat men, door het recht te streng op kleine muziekstukken, b. v. liederen toe te passen, den componist meer bena

deelt dan bevoordeelt. En vooral in een land als het onze, waar de componisten klagen, dat hun werken zoo zelden uitgevoerd worden, zou de verspreiding onzer nationale muziek zeker niet grooter worden, indien de zangers telkens aan componist of uitgever verlof moesten vragen om dit of dat lied te mogen uitvoeren.

Vraagt men nu, waar de grens van het recht van uitvoering ligt, dan zal het antwoord zijn, dat als ongeoorloofd beschouwd moet worden zoodanige uitvoering, waardoor den auteur zijn billijke winst, de vrucht zijner arbeid, zou worden ontnomen.

Subject van het recht van uitvoering is de auteur en zijn rechtverkrijgende. Het recht gaat op de erfgenamen of op andere opvolgers in het recht van den auteur over, op dezelfde wijze als de overdracht bij uitgave. Dit beginsel is in § 50 van de Duitsche wet aldus uitgedrukt : >> Das Recht, ein dramatisches, musikalisches oder dramatisch-musikalisches Werk öffentlich aufzuführen, steht dem Urheber und dessen Rechtsfolgern ausschlieszlich zu."

De bepalingen, binnen welke grenzen en onder welke voorwaarden dat recht moet toegekend worden, zijn in de verschillende wetgevingen anders geregeld. Deels worden de werken slechts zoolang beschermd, als zij niet in druk verschenen zijn, deels houdt de bescherming met de eerste uitvoering op, deels is het den auteur vergund, ook na het in druk verschijnen van het werk, zich het recht van uitvoering voor te behouden, deels eindelijk worden de muzikale werken anders behandeld dan de dramatische.

Volgens de Duitsche wet van 1870 mogen 1o. dramatische, muzikale en dramatisch-muzikale werken, zoolang zij niet door den druk openbaar gemaakt zijn, niet zonder

« AnkstesnisTęsti »